De entree
Het eerste dat men bij binnenkomst van een tempel ziet is de aanbevelingsbalie waar kerkleden hun tempelaanbeveling laten zien om aan te geven dat ze waardig zijn om de tempel binnen te gaan en aan de heilige verordeningen deel te nemen. Voor of achter deze balie bevindt zich normaliter een foyer.
De doopruimte
In elke tempel is een doopruimte met een groot doopvont. Het vont rust op de ruggen van twaalf ossenbeelden die de twaalf stammen van Israël voorstellen, een traditie die teruggaat tot de tempel van Salomo in het Oude Testament (2 Kronieken 4:2–4). De ossen vertegenwoordigen ook de kracht en de macht van het evangelie van Jezus Christus.
De bevestigingskamer
‘Als iemand niet geboren wordt uit water en Geest, kan hij het Koninkrijk van God niet binnengaan’ (Johannes 3:5). Na de doop met water door onderdompeling volgt in een bevestigingsruimte de doop met de Geest door via handoplegging de gave van de Heilige Geest te verlenen.
De wereldzaal
In verordeningsruimtes als deze beginnen tempelgangers de wereld symbolisch achter te laten op hun terugreis naar het meest heilige deel van de tempel, de celestiale zaal, dat de tegenwoordigheid van God voorstelt.
De verordeningsruimte met voorhang
Deze verordeningsruimte is te vergelijken met de zone die in de tabernakel van Mozes het ‘heilige’ werd genoemd en waar de menora, de tafel met toonbroden en het reukofferaltaar stond. Tussen het ‘heilige’ en het ‘heilige der heiligen’ bevond zich een voorhang waar Cherubs op waren afgebeeld.
De celestiale kamer
De celestiale kamer is vergelijkbaar met het ‘heilige der heiligen’ in de tabernakel van Mozes en is een vredige plaats van gebed en reflectie die bedoeld is om de hemel te symboliseren, waar we voor altijd kunnen wonen in de tegenwoordigheid van onze hemelse Vader en Jezus Christus.
De bruidskamer
In elke tempel bevindt zich een bruidskamer waar een aanstaande bruid zich kan omkleden en voorbereiden voordat zij aan haar echtgenoot voor tijd en eeuwigheid in het huwelijk wordt verzegeld. Christus wordt in het Nieuwe Testament de Bruidegom genoemd en de leden van de kerk zijn bruid.
De verzegelkamer
In een verzegelkamer knielen een bruid en bruidegom samen aan een altaar om voor dit leven en voor de eeuwigheid aan elkaar verzegeld te worden. Deze verordening wordt ook wel ’tempelhuwelijk’ of ‘eeuwig huwelijk’ genoemd. Kinderen die in deze eeuwige huwelijken worden geboren zijn automatisch aan hun ouders verzegeld; geadopteerde kinderen kunnen ook voor altijd aan hun gezin worden verzegeld.