Ga naar de inhoud
Home » Verordeningen

Verordeningen

En dit grotere priesterschap bedient het evangelie en omvat de sleutel van de verborgenheden van het koninkrijk, ja, de sleutel van kennis van God. Daarom, in de verordeningen daarvan is de macht der goddelijkheid kenbaar. (Leer en Verbonden 84:19-20)


Sommige christelijke tradities gebruiken de term sacramenten om bepaalde gewijde handelingen aan te duiden, andere christelijke kerken spreken over verordeningen.

Verordeningen als aanduiding van Gods wetten

In algemene zin vallen al Gods wetten, geboden en voorschriften onder de noemer verordeningen. Dit wordt in de Bijbel geïllustreerd toen Abraham door de Heer gezegend werd omdat hij ‘Mijn stem gehoorzaamd heeft en Mijn voorschriften, Mijn geboden, Mijn verordeningen en Mijn wetten in acht genomen heeft.’1 Ook Mozes sprak tot het volk van Israël in die trant toen hij zei: ‘Heden hebt u de HEERE doen verklaren dat Hij u tot een God zal zijn, dat u in Zijn wegen zult gaan, dat u Zijn verordeningen, Zijn geboden en Zijn bepalingen in acht zult nemen, en dat u Zijn stem zult gehoorzamen.’2

En ook in het Boek van Mormon doelt de profeet Nephi met equivalenten van de noemer ‘verordeningen’ op Gods wetten als hij schrijft: ‘En wij onderhielden nauwgezet de gerichten, de inzettingen en de geboden van de Heer in alles, volgens de wet van Mozes.’3

De recht- en godsdienstgeleerde John W. Welch van de Brigham Young Universiteit definieert deze herhaling van bewoordingen die allen duiden op Gods wetten als een “pleonastische lijst.” Elk van deze termen “drukken verschillende semantische aspecten en subtiele nuances van ons woord wet uit.”4

Evangelieverordeningen

Als onderdeel van Gods wetten wordt met de term ‘verordeningen’ echter doorgaans de formele rituelen bedoeld die God heeft ingesteld. Deze heilige ceremoniën of sacramenten zijn in het evangelieplan gegeven om de mens te reinigen, te heiligen en te verhogen. Oftewel: om vergoddelijking of transformatie tot godschap te bewerkstelligen,5 want door het ontvangen van deze verordeningen wordt ‘de macht der goddelijkheid kenbaar.’6

Evangelieverordeningen stammen niet, zoals soms ten onrechte verondersteld wordt, uit het nieuwtestamentische tijdperk. In de circa 2500 jaar van Adam tot Mozes waren ‘eeuwigdurende’ verordeningen7 zoals doop en eeuwig huwelijk al bekend en van kracht, zoals “vóór de grondlegging van de wereld ingesteld.”8 

Van Mozes tot Christus, een tijdspanne van grofweg 1500 jaar, gold wegens halsstarrigheid echter een lagere evangeliewet. Of zoals de Bible Dictionary toelicht: “De wet van Mozes bestond uit vele ceremoniën, rituelen en symbolen, om de mensen vaak aan hun plichten en verantwoordelijkheden te herinneren. Het omvatte een wet van vleselijke geboden en verrichtingen, toegevoegd aan de basiswetten van het evangelie.”9

Na de voltooiing van dit Mozaïsche tijdperk introduceerde Christus in ‘het midden des tijds’10 opnieuw de hogere wet van het evangelie die vóór Mozes gold, met uitzondering van dierenoffers. En in onze bedeling is de beloofde laatste en meest volledige herstelling van de volheid van het evangelie van Jezus Christus ingezet.11

Rituelen die worden aangeduid als evangelieverordeningen hebben dus zowel betrekking op Gods heilsplan onder de lagere wet van Mozes (‘het voorbereidende evangelie’) alsook onder de hogere wet van Christus (‘de volheid van het evangelie’).

Priesterschapsverordeningen

Ook wordt voor de verordeningen van het evangelie de term priesterschapsverordeningen gebruikt, omdat alle door God ingestelde rituelen uitsluitend geldigheid hebben indien ze met het door God aan de mens gedelegeerde priesterschapsgezag worden verricht. Of zoals het vijfde geloofsartikel uitlegt: ‘Wij geloven dat iemand van Godswege moet worden geroepen, door profetie en door handoplegging van hen die daartoe het gezag bezitten, om het evangelie te prediken en de verordeningen ervan te bedienen.’

De verordeningen onder de wet van Mozes werden verricht met het lagere gezag van het Aäronische priesterschap. De verordeningen onder de wet van Christus worden met het hogere gezag van het Melchizedekse priesterschap bediend dat het lagere gezag omvat.12

In de Kerk van Jezus Christus zijn alle priesterschapssleutels en -gezag te vinden om de verordeningen te verrichten die nodig zijn om de hele menselijke familie te verlossen van een aardse of telestiale conditie en te verhogen naar een hemelse of celestiale staat. 

Bepaalde sleutels en bevoegdheden zullen echter in een later stadium in Gods heilsplan aan de mens worden gedelegeerd. Hieronder vallen ‘de sleutels van de opstanding, […] het gezag om de elementen te besturen en op het water te lopen’13 en ‘de autoriteit en macht om lichamen en geesten voort te brengen, koninkrijken te scheppen en materie te organiseren.’14

Heilsverordeningen

Sommige verordeningen, zoals de doop, de bevestiging en gave van de Heilige Geest, de verlening van het Melchizedekse priesterschap, en de begiftiging en huwelijksverzegeling in de tempel, worden heilsverordeningen genoemd omdat ze noodzakelijk zijn voor heil en verhoging in het celestiale koninkrijk van God. Zo is de doop de toegangspoort tot het celestiale koninkrijk,15 en het tempelhuwelijk de toegangspoort tot de hoogste graad in dat koninkrijk.16

Ouderling Bruce R. McConkie nuanceerde tussen verordeningen tot heil en verordeningen tot verhoging. “Abraham ontving eerst het evangelie door de doop (wat het verbond van heil is); toen werd hem het hogere priesterschap verleend en ging hij het celestiale huwelijk aan (wat het verbond van verhoging is), waardoor hij de verzekering kreeg dat hij eeuwige vermeerdering zou hebben.”17

“Ordening tot een ambt in het Melchizedeks priesterschap en het toetreden tot die ‘orde van het priesterschap’ die ‘het nieuw en eeuwigdurend huwelijksverbond’ genoemd wordt, zijn beide gelegenheden waarbij de mens het verbond van verhoging sluit, waarbij door hun getrouwheid alles wordt beloofd wat de Vader heeft.”18 (Leer en Verbonden 84:35-39; Leer en Verbonden 131:1-4; Numeri 25:13.)

Strikt genomen is het avondmaal geen heilsverordening omdat iemand in theorie verhoogd kan worden zonder ooit aan het avondmaal te hebben deelgenomen. Maar aangezien in de praktijk eenieder ook na de eenmalige verordening van de doop zondigt, stelde ouderling McConkie: “Het sacrament van het avondmaal is een heilsverordening waaraan alle gelovigen moeten deelnemen om met Hem te leven en te heersen.”19 Of zoals ouderling David A. Bednar toelichtte: “Door de verordening van het avondmaal hernieuwen wij ons doopverbond en kunnen wij vergeving van onze zonden ontvangen en behouden.”20

“Hedendaagse profeten en apostelen hebben ook gezegd dat we bij het avondmaal niet alleen onze doopverbonden kunnen hernieuwen, maar ‘alle verbonden die we met de Heer [hebben gesloten],”21 benadrukte zuster Carole M. Stephens van het algemeen presidium van de zustershulpvereniging.

Kenmerkend voor de heilsverordeningen en het avondmaal is dat de ontvangers plechtige verbonden met de Heer aangaan en respectievelijk vernieuwen.

Alle overige evangelie- of priesterschapsverordeningen zijn gegeven om gelovigen te zegenen en te sterken tijdens hun aardse reis en het werk van Gods koninkrijk op aarde te bevorderen. Hieronder vallen het zegenen en naamgeven van kinderen, het wijden van olie, het zalven van zieken, het geven van zegens tot troost en raad, vaderlijke zegens, patriarchale zegens, het aanstellen voor roepingen, het wijden van graven, woningen, (kerk)gebouwen en terreinen, het inwijden van tempels en het toewijden van landen voor de prediking van het evangelie. Hoewel bij dit soort verordeningen geen specifieke verbonden met de Heer worden gesloten, hebben ze wel met de heilsverordeningen gemeen dat de beloofde zegeningen afhankelijk zijn van het geloof en de getrouwheid van de betrokkenen. 

Onveranderlijke voorwaarden

De Heer heeft de wijze bepaald waarop verordeningen dienen plaats te vinden,22 de voorwaarden waarop iemand ze mag ontvangen23 en wie door hem gemachtigd zijn om ze te verrichten.24

De profeet Joseph Smith onderwees: “Verordeningen die vóór de grondlegging van de wereld in de hemel zijn ingesteld, in het priesterschap, voor het heil van mensen, mogen niet worden gewijzigd of veranderd. Allen moeten volgens dezelfde beginselen worden gered.”25

The Baptism
The Baptism (Greg Olsen)
Battisimo di Cristi
Battisimo di Cristo (Verrocchio en Da Vinci)

Wie bijvoorbeeld de oorspronkelijke betekenis van het woord dopen26 onderzoekt, kan nauwelijks begrijpen dat haar rituele vorm in de loop der eeuwen schijnbaar onverstoorbaar gewijzigd werd. Ondanks haar artistieke waarde levert het vijftiende-eeuwse schilderij van Andrea del Verrocchio en Leonardo da Vinci getiteld Battesimo di Cristo dan ook een bijna cartoonesk beeld op van een Christus die slechts tot aan zijn enkels in de Jordaan staat, terwijl Johannes de Doper water over zijn hoofd giet met een kannetje.

Jesaja waarschuwde al dat de aarde is ontwijd door haar inwoners, want “zij overtreden de wetten, zij veranderen elke verordening, zij verbreken het eeuwige verbond.”27 Door de verordening van de doop door onderdompeling te wijzigen in een doop door besprenkeling werd niet alleen een eeuwige wet van de Heer in de wind geslagen, maar ook alle symbolische betekenis van de doop ontkracht. 28

Verordeningen, ordenen en de orde van het priesterschap

Het woord ‘verordening’ is etymologisch nauw verwant aan de woorden ‘ordenen’ en ‘orde’, zoals ouderling Boyd K. Packer decennia geleden al onderwees.29 Alle drie stammen van het Latijnse woord ordo dat rij, reeks, orde, regelmaat, schikking, ordening, rangschikking, volgorde, rangorde, rang of klasse betekent. Alle drie hebben in evangeliecontext te maken met priesterschap, Gods gedelegeerde gezag en macht aan de mens.

Of we nu over de ‘heilige orde’ van het priesterschap spreken, het ‘ordenen’ tot een ambt daarin of het met dat gezag verrichten van de ‘verordeningen, alle drie impliceren een door God ingestelde rangschikking.

De tempel, een huis van orde

Dat de Heer met dit gestructureerde patroon een opwaartse progressie door de macht van het priesterschap beoogt, wordt nergens duidelijker dan in de tempel die in de Schriften niet voor niets een ‘huis van orde‘ genoemd wordt.30

Orde en vooruitgang scheppen
Professor Anthony R. Sweat legde uit dat deze omschrijving niet alleen als “een huis van organisatie of een huis van netheid” gezien moet worden, maar ook als “een huis van volgorde” of “een huis van vooruitgang, zoals iemand vooruitgang maakt door de orde van het priesterschap (Aäronisch naar Melchizedek) of in heerlijkheid van telestiaal naar terrestriaal naar celestiaal.”31

De tempel is daarbij als een schaalmodel van de hemelse orde gegeven. Je kunt het vergelijken met een microkosmos, een systeem dat op kleine schaal een groter systeem weerspiegelt waar het deel van uit maakt. Zo vormt de tempel een blauwdruk van een telestiale aarde die zich ontwikkelt tot een celestiale wereld en verhoogt het huis des Heren een ieder die door het ontvangen van de verordeningen hetzelfde patroon volgt. Gaan wij volgens de plattegrond van de tempel immers niet van de telestiale wereld naar de terrestriale zaal om uiteindelijk de celestiale kamer te betreden?

Hugh W. Nibley legde uit: “De tempel is zo gebouwd dat het de organiserende beginselen van het universum weerspiegelt. Het is de school waar stervelingen over deze dingen leren. De tempel is een model, een presentatie in figuurlijke betekenis, van het patroon en de reis van het leven op aarde.”32 De tempel is kortom een schaalmodel van het universum dat als een plattegrond van het heilsplan naar de hoogste hemel leidt.

Een orde scheppen
“Het huis van de Heer is niet alleen een huis dat orde schept; het is ook een huis dat een orde schept. Een nieuwe, oude orde,”33 vulde Anthony Sweat aan. “Tegenwoordig worden we in deze heilige orde van priesters en priesteressen ingewijd door de verordeningen en verbonden van de heilige tempel,” lichtte hij toe. De hoogste en kronende verordening in de tempel, het eeuwig huwelijk, wordt in de Leer en Verbonden immers omschreven als toetreding ’tot deze orde van het priesterschap.’34

Scheppen, organiseren, ordenen

Dit hemelse patroon van orde scheppen om vooruitgang te bewerkstelligen zien we in al Gods handelingen terug. ‘Ja, en ook alle planeten die zich bewegen in hun vaste orde, getuigen dat er een oppermachtige Schepper is’,35 want ‘Hij heeft alle dingen een wet gegeven.’36

Celestiale fase
Vóór de grondlegging van deze wereld formeerde God, in een fase die in de Schriften de ‘eerste staat’ (Abraham 3:26) of ‘oorspronkelijke staat’ (Judas 1:6) wordt genoemd, het element intelligentie tot intelligenties ofwel individuele geesten (Abraham 3:22-23). Ook de aarde werd tijdens die oorspronkelijke celestiale fase, net als de mens, eerst geestelijk geschapen voordat ze stoffelijk werd georganiseerd.

Terrestriale fase
Bij de fysieke paradijselijke schepping van deze wereld in een tweede fase werd de geest van de mens (Adam) bekleed met een stoffelijk lichaam. Ook werden licht en duisternis, hemel en aarde, land en water, flora en fauna, man en vrouw geschapen.37 Elementen werden samengevoegd om potentie te vergroten, of gescheiden om ze in hun juiste relatie te zetten.

Telestiale fase
Zelfs de voorziene en beoogde val van de mens en de aarde, van een paradijselijke of terrestriale staat naar de huidige gevallen of telestiale staat, was, hoewel een neerwaartse beweging, ook een noodzakelijke stap voorwaarts in zijn heilsplan.38 Hoe kan de mens die naar Gods beeld en gelijkenis is geschapen immers onsterfelijk worden, zonder eerst sterfelijk te zijn geweest? Of een verhoogd wezen als zijn Schepper worden, zonder eerst een gevallen mens te zijn geweest? De genoemde antoniemen zouden zonder deze aardse leerschool abstract en betekenisloos zijn gebleven. Of in de taal van de Schiften: ‘Er moet wel een tegenstelling in alle dingen zijn’ anders ‘zou de schepping ervan zonder doel zijn geweest.’39

Klik op het bovenstaande diagram om te vergroten.

De heilsverordeningen die God de Vader voor de gevallen mens in zijn telestiale staat heeft ingesteld, zijn ontworpen zodat zijn geestkinderen bij hem in een celestiale staat kunnen terugkeren en als hun Schepper kunnen worden. Deze rituelen zijn niet alleen uiterlijke vormen met een betekenisvolle symboliek, maar zijn met de daaraan gekoppelde verbonden de geautoriseerde kanalen om de telestiale mens tot celestiale goden te transformeren, ja, verhoging te bewerkstelligen.40

Verordeningen: de manier om verbonden met God te sluiten

Het louter ondergaan van de benodigde rituelen garandeert geen transformatie. Of zoals de profeet Joseph Smith onderwees: “Je kunt net zo goed een zak zand dopen als op de doop niet de vergeving van zonden volgt en de Heilige Geest niet wordt ontvangen.”41

De voorwaardelijkheid om als onze hemelse Vader te worden ligt in het feit dat verordeningen de aangewezen toegangspoorten zijn om plechtige verbonden met hem te sluiten. Deze verbonden geven de voorwaarden aan, wat we moeten doen en wat we moeten laten, om onze celestiale verhoging uit te werken onder telestiale omstandigheden. “Als iemand de voorwaarden van het verbond accepteert en Gods wet gehoorzaamt, ontvangt hij of zij de zegeningen die aan dat verbond zijn gekoppeld,”42 legde Russell M. Nelson uit.

“We kunnen zulke verbonden niet zelf initiëren omdat we niet de macht hebben om ze te garanderen. Daarom kunnen we alleen verbonden aangaan die ons door God zijn aangeboden, en we kunnen ze alleen aangaan op de manier die Hij voorschrijft.” Of zoals Dennis B. Neuenschwander samenvatte: “Door verordeningen gaan we verbonden aan, en door verbonden ontvangen we de verordeningen.”43

Alleen als wij ons houden aan de verplichtingen [de verbonden] die wij aangaan door het ontvangen van deze heilige rituelen [de verordeningen], ontvangen wij in ruil voor onze getrouwheid een begiftiging van goddelijke macht in ons leven.44

Verordeningen: de manier om God te leren kennen

Als de letterlijke geestkinderen van een hemelse Vader zijn wij Gods geslacht,45 geschapen naar zijn beeld en gelijkenis,46 met het potentieel om te worden zoals hij is47 en te beërven wat hij heeft.48 Consistent met wat steevast van Godswege is onderwezen, bevestigen profeten en apostelen ook in onze bedeling: “Zoals de mens nu is, is God eens geweest. Zoals God nu is, kan de mens eens worden.”49

In deze tweede akte van ons bestaan50 zijn wij onze goddelijke afkomst en voormalige verblijf in de tegenwoordigheid van God vergeten.51 Wij wandelen, zoals Paulus zegt, niet langer in aanschouwen, maar in geloof,52 als vreemdelingen en bijwoners op deze aarde.53

“De door God gegeven vergetelheid waardoor de mens zich zijn voorsterfelijk bestaan niet herinnert”54 heeft een wijs oogmerk. Het is één ding om gehoorzaamheid te leren in Gods nabije tegenwoordigheid, maar de dimensie van onze gewilligheid wordt pas werkelijk op de proef gesteld als wij onze Schepper niet direct kunnen waarnemen.55

“Instemmen om deze tweede staat binnen te gaan, was daarom als vooraf instemmen met verdoving – de verdoving van vergetelheid,” legde Neal A. Maxwell wijselijk uit. “Artsen halen een patiënt niet uit de verdoving, te midden van wat eerder was toegestaan, om hem nogmaals te vragen of het moet worden voortgezet. We stemden toe om hier te komen en bepaalde ervaringen te ondergaan onder bepaalde condities.”56

Ondanks deze vergetelheid zijn er weemoedige zwemen van herkenning en onverklaarbare golven van déjà vu. Of zoals Joseph F. Smith opmerkte: “Vaak vangen we een vonk op uit de ontwaakte herinneringen van de onsterfelijke ziel, die ons hele wezen verlicht met de glorie van ons vroegere huis.”57 Deze herinneringen van onze ziel worden met name aangewakkerd als het heilsplan ons door Gods gezanten wordt onderwezen in woord of Schriftuur en Gods Geest rechtstreeks aan onze eeuwige geest bevestigt58 dat het onderwezene niet geheel nieuw voor ons is, maar vertrouwd en waar.59 Ja, “al die opvallende waarheden die zo krachtig tot het hoofd en het hart komen, lijken slechts het ontwaken van de herinneringen van de geest.”60

Als deze zaadjes onze ziel beginnen te verruimen en ons verstand te verlichten61 en we aansluitend evangeliebeginselen als geloof in Christus en bekering gaan toepassen en verordeningen ontvangen, groeit onze kennis en neemt ons begrip toe.62 De profeet Joseph Smith onderwees: “Als u een ladder opklimt, moet u onderaan beginnen en stap voor stap naar boven gaan totdat u de top bereikt; en dat geldt ook voor de beginselen van het evangelie — u moet met de eerste beginnen en doorgaan tot u alle beginselen van de verhoging hebt geleerd.”63

De oudtestamentische profeet Jakob had een visioen waarin hij een ladder naar de hemel zag. De sporten stelden de verbonden voor die terug naar de tegenwoordigheid van God leiden. Na afloop zei hij over die heilige ervaring: 'Dit is niets anders dan het huis van God en de poort van de hemel.' En hij noemde die plaats treffend Bethel (Heb. 'huis van God'). (Zie Genesis 28:12-19)

“We ontvangen niet alles in één keer, maar we ontvangen geleidelijk en stapsgewijs kennis van heilige dingen, naargelang we zulke kennis waardig en gehoorzaam zijn. Vanaf de eerste verordening van het koninkrijk — de doop — maken we vorderingen door andere verordeningen, zoals de bevestiging en ordening tot het priesterschap, die allemaal leiden tot de allerheiligste verordeningen, die in de tempel worden verricht. Onze deelname aan de heilige verordeningen van het evangelie ordent onze kennis van het koninkrijk en onthult daardoor de aard van God aan ons,”64 legde ouderling Dennis B.  Neuenschwander uit. 

“Heilige verordeningen en kennis van God zijn nauw met elkaar verbonden. Wat zijn daarom enkele van de dingen die we over God leren door deel te nemen aan zijn vastgestelde verordeningen? Laten we de doop als voorbeeld nemen. De doop door onderdompeling is voor de vergeving van zonden. Iemand die zich volledig van zijn of haar zonden heeft bekeerd en met een volledig voornemen van hart de doop ontvangt, weet dat God niet alleen de macht heeft om te vergeven en de last van de schuld die met de zonde gepaard gaat, weg te nemen, maar dat Hij dat ook doet. Deze persoon weet, door persoonlijke ervaring, iets over God en Zijn geweldige macht en vriendelijkheid. De enige manier om deze dingen echt te weten, is door waardig deel te nemen aan de verordening van de doop zelf.”

“De doop opent de deur naar het koninkrijk van God, waar men nu niet alleen rein voortgaat, maar ook met de zekerheid dat God vergeeft. Hetzelfde kan gezegd worden van alle andere heilige verordeningen van het evangelie. Na verloop van tijd en gehoorzaamheid gaan we verder met de tempelverordeningen, waar onze overtuiging wordt gesterkt dat onze dierbaarste relaties niet worden aangetast door de dood. Deze kennis ontvangen we door deel te nemen aan de verordeningen die bedoeld zijn om ons zulke dingen te leren. Anders zullen en kunnen ze niet bekend worden,” aldus ouderling Neuenschwander.

Verordeningen: de manier om met goddelijke macht begiftigd te worden

“Waardig deelnemen aan heilige evangelieverordeningen verandert ons leven en geeft ons zegeningen en macht die we anders niet zouden genieten,” legde ouderling Neuenschwander uit.

“De macht van de verzoening zelf wordt ontsloten door heilige evangelieverordeningen die onder de sleutels van het priesterschap worden verricht. Vergeving van zonden wordt verleend door de verordening van de doop. Bevestiging brengt de belofte van het voortdurende gezelschap van de Heilige Geest met zich mee. Ordening tot het Melchizedekse priesterschap opent de weg voor ‘ieder mens [om] in de naam van God te spreken’ door anderen te onderwijzen, te zegenen en te troosten. Waardige deelname aan de heilige verordeningen van de tempel onthult onze eeuwige mogelijkheden en stelt ons in staat die te verwezenlijken.”65

Tempelverordeningen: de manier om lid van de Kerk van de Eerstgeborene te worden

Alle verordeningen hebben betrekking op het celestiale koninkrijk van God. Of zoals president Joseph Fielding Smith bevestigde: “We kennen geen verordeningen die betrekking hebben op het terrestriale of telestiale koninkrijk. Alle verordeningen van het evangelie zijn gegeven voor het heil van de mensen in het celestiale koninkrijk en hebben betrekking op dat koninkrijk.”66

Ouderling Bruce R. McConkie onderwees: “Het doel van de kerk op aarde is om ons voor te bereiden op een erfdeel in de kerk in de hemel.”67

“Net zoals de eerste beginselen en verordeningen, waaronder de doop in water en het ontvangen van de Heilige Geest, de poort naar de aardse kerk van Jezus Christus vormen, zo vormen hogere verordeningen van het priesterschap de poort naar de kerk van de Eerstgeborene. Om de zegeningen van de Kerk van de Eerstgeborenen zeker te stellen, moet men het evangelie van harte gehoorzamen, alle verordeningen ontvangen die betrekking hebben op het huis des Heren, en verzegeld worden door de Heilige Geest der belofte in het celestiale koninkrijk van God.”68

Wat de tempelverordeningen aangaat, specificeerde Brigham Young: “De verordeningen van het huis van God zijn uitdrukkelijk voor de Kerk van de Eerstgeborene.”69

“De kerk van de Eerstgeborene is de kerk onder verhoogde wezens in de hoogste hemel van de celestiale wereld. Het is de kerk onder degenen voor wie de gezinseenheid tot in de eeuwigheid voortduurt. In zekere zin is het de binnenste kring binnen de kerk van de Heer op aarde. Het is samengesteld uit degenen die de patriarchale orde zijn aangegaan die het nieuw en eeuwigdurend huwelijksverbond wordt genoemd. Zoals de doop berouwvolle zielen toegang geeft tot lidmaatschap van de aardse kerk, zo opent het celestiale huwelijk de deur naar lidmaatschap van de hemelse kerk.”70

“De tempelverordeningen openen de deur naar het verkrijgen van alle macht, alle wijsheid en alle kennis. Tempelverordeningen maken de weg vrij voor lidmaatschap van de Kerk van de Eerstgeborene.”71

Voetnoten

  1. Genesis 26:6. Cursivering toegevoegd.
  2. Deuteronomium 26:17. Cursivering toegevoegd.
  3. 2 Nephi 5:10. Cursivering toegevoegd.
  4. John W. Welch, Echoes and Evidences of the Book of Mormon, 'A Steady Stream of Significant Recognitions,' 353.
  5. Bibliotheek, Kerkgeschiedenis, Evangelieverhandelingen, 'Worden zoals God is'.
  6. Leer en Verbonden 84:20.
  7. Nieuw en eeuwigdurend verbond (churchofjesuschrist.org).
  8. Leer en Verbonden 124:33.
  9. Bible Dictionary, 'Law of Moses', 678.
  10. want zij wilden niet luisteren naar zijn stem, noch geloven in zijn eniggeboren Zoon, ja, in Hem van wie Hij verkondigd had dat Hij in het midden des tijds komen zou, die van vóór de grondlegging van de wereld was bereid. (Mozes 5:57)
  11. Hem moet de hemel ontvangen tot de tijden waarin alle dingen worden hersteld, waarover God gesproken heeft bij monde van al Zijn heilige profeten door de eeuwen heen. (Handelingen 3:21)
  12. Als dan door het Levitische priesterschap de volmaaktheid bereikt had kunnen worden – want onder dit priesterschap had het volk de wet ontvangen – waarom was het dan nog nodig dat er een andere Priester naar de ordening van Melchizedek zou opstaan, Eén van Wie niet gezegd kan worden dat Hij naar de ordening van Aäron was? Als het priesterschap verandert, vindt er immers ook noodzakelijkerwijs een verandering van de wet plaats. (Hebreeën 7:11-12)
  13. Boyd K. Packer, 'Ordinances', BYU Speeches, 3 februari 1980.
  14. Dale G. Renlund en Ruth L. Renlund, The Melchizedek Priesthood: Understanding the Doctrine, Living the Principles, 13.
  15. Jezus antwoordde: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als iemand niet geboren wordt uit water en Geest, kan hij het Koninkrijk van God niet binnengaan. (Johannes 3:5)
  16. In de celestiale heerlijkheid zijn drie hemelen of graden; en om de hoogste te verwerven, moet een mens tot deze orde van het priesterschap toetreden (namelijk het nieuw en eeuwigdurend huwelijksverbond); en als hij dat niet doet, kan hij die niet verwerven. Hij kan de andere ingaan, maar dat is dan het einde van zijn koninkrijk; hij kan geen vermeerdering hebben. (Leer en Verbonden 131:1-4)
  17. Bruce R. McConkie, Mormon Doctrine, ‘Abrahamic Covenant’, 11. Cursivering toegevoegd.
  18. (Bruce R. McConkie, Mormon Doctrine, ‘Covenants’, 120. Cursivering toegevoegd.)
  19. Bruce R. McConkie, The Promised Messiah: The First Coming of Christ [1978], 384.
  20. David A. Bednar, 'Opdat wij zijn Geest altijd bij ons mogen hebben', Liahona, mei 2006, 31.
  21. Carole M. Stephens, 'Weten wij wat we hebben?', Liahona, november 2013, 12.

    "Het doel van deelname aan het avondmaal is natuurlijk de hernieuwing van de verbonden die we met de Heer hebben gesloten." (L. Tom Perry, ‘Nu wij aan het avondmaal deelnemen’, Liahona, mei 2006, 41)

    "Door deel te nemen aan het avondmaal hernieuwen we alle verbonden die we met de Heer zijn aangegaan en beloven we onszelf de naam van zijn Zoon op ons te nemen, hem altijd indachtig te zijn en zijn geboden te onderhouden." (Delbert L. Stapley, Conference Report, oktober 1965, 14)

    "Als een persoon, die geen lid van de kerk is, in de gemeente is, verbieden we hem er niet van deel te nemen, maar zouden we terecht adviseren dat het avondmaal bedoeld is voor het hernieuwen van verbonden. En aangezien hij niet het ware verbond van de doop of het tempelverbond heeft gesloten, is hij vrijgesteld. Als hij echter aan het avondmaal deelneemt als hij rein, waardig en vroom is, zou hij niet veroordeeld worden zoals het zou zijn voor degenen die plechtige verbonden hebben gesloten en deze vervolgens hebben genegeerd of getrotseerd." (The Teachings of Spencer W. Kimball, red. Edward L. Kimball (1982), 220)

  22. De doop moet als volgt worden bediend aan allen die zich bekeren — de persoon die door God is geroepen en gezag van Jezus Christus heeft om te dopen, daalt af in het water met de persoon die zichzelf voor de doop heeft aangemeld, en zegt, hem of haar bij de naam noemend: Door Jezus Christus gemachtigd doop ik u in de naam van de Vader, en van de Zoon, en van de Heilige Geest. Amen. Dan zal hij hem of haar in het water onderdompelen, en dan weer uit het water komen. (Leer en Verbonden 20:72-74).
  23. Allen die zich voor het aangezicht van God verootmoedigen, en verlangen zich te laten dopen, en naar voren treden met een gebroken hart en een verslagen geest, en aan de kerk laten blijken dat zij zich waarlijk van al hun zonden hebben bekeerd, en gewillig zijn de naam van Jezus Christus op zich te nemen, met het vaste voornemen Hem tot het einde te dienen, en waarlijk door hun werken tonen dat zij van de Geest van Christus hebben ontvangen ter vergeving van hun zonden, zullen door de doop in zijn kerk worden ontvangen. (Leer en Verbonden 20:37).
  24. En niemand neemt die eer voor zichzelf, maar men wordt er door God toe geroepen, zoals Aäron. (Hebreeën 5:4)
  25. Teachings of the Prophet Joseph Smith, samengest. Joseph Fielding Smith (1976), 308.
  26. Gr. báptein (Lat. baptizo) betekent onderdompelen.
    Het Nederlandse woord doop komt van dezelfde wortel als het bijvoeglijk naamwoord diep, dus letterlijk ‘diep maken, in de diepte doen’. Hieraan verwant is ook het woord 'dippen'.
  27. Jesaja 24:5.
  28. De doop is een 'bath, burial and birth' (bad, begrafenis en wedergeboorte).

    Een bad: 'En nu, waarom aarzelt u? Sta op, laat u dopen en uw zonden afwassen onder aanroeping van de Naam van de Heere' (Handelingen 22:16).

    Een begrafenis en opstanding: 'Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood, opdat evenals Christus uit de doden is opgewekt tot de heerlijkheid van de Vader, zo ook wij in een nieuw leven zouden wandelen' (Romeinen 6:4).

    Een wedergeboorte: 'Jezus antwoordde en zei tegen hem: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als iemand niet opnieuw geboren wordt, kan hij het Koninkrijk van God niet zien. Nicodemus zei tegen Hem: Hoe kan een mens geboren worden als hij oud is? Hij kan toch niet voor de tweede keer in de buik van zijn moeder ingaan en geboren worden? Jezus antwoordde: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als iemand niet geboren wordt uit water en Geest, kan hij het Koninkrijk van God niet binnengaan' (Johannes 3:3-5).

  29. 'Ordinances', Boyd K. Packer, BYU Speeches, 3 februari 1980.
  30. Organiseer u; bereid alle nodige dingen voor; en vestig een huis, ja, een huis van gebed, een huis van vasten, een huis van geloof, een huis van leren, een huis van heerlijkheid, een huis van orde, een huis van God. (Leer en Verbonden 109:8)
  31. Anthony R. Sweat, The Holy Covenants: The Order of the Son of God, xx.
  32. Hugh W. Nibley, Encyclopedia of Mormonism, 'Meanings and Functions of Temples', 4:  .
  33. Cursivering toegevoegd.
  34. In de celestiale heerlijkheid zijn drie hemelen of graden; en om de hoogste te verwerven, moet een mens tot deze orde van het priesterschap toetreden (namelijk het nieuw en eeuwigdurend huwelijksverbond). (Leer en Verbonden 131:1-2).
  35. Alma 30:44. Cursivering toegevoegd.
  36. Leer en Verbonden 88:42.
  37. En God zag al wat Hij gemaakt had, en zie, het was zeer goed. (Genesis 1:31)
  38. 'Adams val was een stap neerwaarts, maar het was ook een stap voorwaarts - een stap in de eeuwige mars van de menselijke vooruitgang; en het is door middel van dit eeuwige evangelie en onze eigen individuele inspanningen om gebruik te maken van de machten die God ons heeft gegeven, dat we het eeuwige leven aangrijpen en voortgaan naar volmaaktheid.' (Orson F. Whitney, Conference Report, april 1908, 90.)
  39. 2 Nephi 2:11, 12.
  40. 'Ik getuig dat evangelieverbonden en -verordeningen die waardig worden ontvangen en indachtig worden gehouden, ons voortdurend aan de Heiland binden en de hemelse kanalen openen waardoor de macht van goddelijkheid in ons leven kan stromen.' [...]
    'De verbonden en verordeningen van heil en verhoging die in de herstelde kerk van de Heer worden bediend, vormen geautoriseerde kanalen waardoor de zegeningen en machten van de hemel in ons individuele leven kunnen stromen.' (David A. Bednar, Online devotional voor de Europese heiligen, 23 januari 2022.)
  41. Joseph Smith, History of the Church, deel 5, 499.
  42. Russell M. Nelson, 'Verbonden', Liahona, november 2011, 86.
  43. Dennis B. Neuenschwander, 'Ordinances and Covenants', Ensign, augustus 2001, 23.
  44. Er is een wet vóór de grondlegging van deze wereld onherroepelijk in de hemel afgekondigd, waarop alle zegeningen zijn gegrond —en wanneer wij enige zegening van God ontvangen, is het door gehoorzaamheid aan die wet waarop zij is gegrond. (Leer en Verbonden 130:20-21)
  45. Wij nu, die van Gods geslacht zijn, moeten niet denken dat de Godheid gelijk is aan goud, zilver of steen, een product van de kunstzinnigheid en gedachten van een mens. (Handelingen 17:29)
  46. En God zei: Laten Wij mensen maken naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis; en laten zij heersen over de vissen van de zee, over de vogels in de lucht, over het vee, over heel de aarde en over al de kruipende dieren die over de aarde kruipen! (Genesis 1:26)
  47. Jezus antwoordde hun: Is er niet geschreven in uw wet: Ik heb gezegd: U bent goden? (Johannes 10:34)
  48. En als wij kinderen zijn, dan zijn wij ook erfgenamen: erfgenamen van God en mede-erfgenamen van Christus; wanneer wij althans met Hem lijden, opdat wij ook met Hem verheerlijkt worden. (Romeinen 8:17)
  49. Eliza R. Snow Smith, Biography and Family Record of Lorenzo Snow (1884), 46; zie ook ‘The Grand Destiny of Man’, Deseret Evening News, 20 juli 1901, 22.
  50. 'All the world’s a stage, And all the men and women merely players; They have their exits and their entrances.' (William Shakespeare, As You Like It, akte 2, scene 7, regels 140-141)
  51. 'Our birth is but a sleep and a forgetting: The soul that rises with us, our life's Star, Hath had elsewhere its setting, And cometh from afar: Not in entire forgetfulness, And not in utter nakedness, But trailing clouds of glory do we come From God, who is our home.' (William Wordsworth, Ode: Intimations of Immortality from Recollections of Early Childhood, regels 58-65)
  52. Wij hebben dus altijd goede moed en weten dat wij, zolang wij in het lichaam inwonen, uitwonend zijn van de Heere, want wij wandelen door geloof, niet door aanschouwen. (2 Korinthe 5:6)
  53. Deze allen zijn in het geloof gestorven. Zij hebben de vervulling van de beloften niet verkregen, maar hebben die vanuit de verte gezien en geloofd en begroet, en zij hebben beleden dat zij vreemdelingen en bijwoners op de aarde waren. (Hebreeën 11:13)
  54. De Gids bij de Schriften, 'Sluier', 186.
  55. En er stond Een in hun midden die gelijk God was, en Hij zei tot hen die bij Hem waren: Wij zullen naar beneden gaan, want er is ruimte daar, en wij zullen van deze stoffen nemen en wij zullen een aarde maken waarop dezen kunnen wonen; en wij zullen hen hiermee beproeven om te zien of zij alles zullen doen wat de Heer, hun God, hun ook zal gebieden. (Abraham 3:24-25)
  56. Neal A. Maxwell, “Premortality, a Glorious Reality,” Ensign, november 1985, 15.
  57. Joseph F. Smith, Gospel Doctrine, 5e ed., Salt Lake City: Deseret Book, 1939, 14.
  58. Ja, zie, Ik zal in uw gedachten en in uw hart tot u spreken door de Heilige Geest, die op u zal komen en die in uw hart zal wonen. Welnu, zie, dat is de geest van openbaring. (Leer en Verbonden 8:2-3)
  59. Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Ik zal u van mijn Geest meedelen, die uw verstand zal verlichten, die uw ziel met vreugde zal vervullen. (Leer en Verbonden 11:13)
  60. Joseph F. Smith, Gospel Doctrine, 5e ed. (1939), 13.
  61. Alma 32:28.
  62. Wie zijn geboden onderhoudt, ontvangt waarheid en licht, totdat hij in waarheid is verheerlijkt en alle dingen weet. (Leer en Verbonden 93:28)
  63. Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith [2007], 288.
  64. Dennis B. Neuenschwander, 'Ordinances and Covenants', Ensign, augustus 2001, 23-24.
  65. Dennis B. Neuenschwander, Ordinances and Covenants, Ensign, augustus 2001, 23.
  66. Joseph Fielding Smith, Doctrines of Salvation, deel 2, 330.
  67. Bruce R. McConkie, A New Witness for the Articles of Faith, 337.
  68. Ivan J. Barrett, Encyclopedia of Mormonism, “Church of the Firstborn”, 276.
  69. Discourses of Brigham Young, 397; en Journal of Discourses, 8:154.
  70. Bruce R. McConkie, A New Witness for the Articles of Faith, 337.
  71. Bruce R. McConkie, Conference Report, October 1955, 13.
Google Translator »