Voetnoten
- Genesis 26:6. Cursivering toegevoegd.
- Deuteronomium 26:17. Cursivering toegevoegd.
- 2 Nephi 5:10. Cursivering toegevoegd.
- John W. Welch, Echoes and Evidences of the Book of Mormon, 'A Steady Stream of Significant Recognitions,' 353.
- Bibliotheek, Kerkgeschiedenis, Evangelieverhandelingen, 'Worden zoals God is'.
- Leer en Verbonden 84:20.
- Nieuw en eeuwigdurend verbond (churchofjesuschrist.org).
- Leer en Verbonden 124:33.
- Bible Dictionary, 'Law of Moses', 678.
- want zij wilden niet luisteren naar zijn stem, noch geloven in zijn eniggeboren Zoon, ja, in Hem van wie Hij verkondigd had dat Hij in het midden des tijds komen zou, die van vóór de grondlegging van de wereld was bereid. (Mozes 5:57)
- Hem moet de hemel ontvangen tot de tijden waarin alle dingen worden hersteld, waarover God gesproken heeft bij monde van al Zijn heilige profeten door de eeuwen heen. (Handelingen 3:21)
- Als dan door het Levitische priesterschap de volmaaktheid bereikt had kunnen worden – want onder dit priesterschap had het volk de wet ontvangen – waarom was het dan nog nodig dat er een andere Priester naar de ordening van Melchizedek zou opstaan, Eén van Wie niet gezegd kan worden dat Hij naar de ordening van Aäron was? Als het priesterschap verandert, vindt er immers ook noodzakelijkerwijs een verandering van de wet plaats. (Hebreeën 7:11-12)
- Boyd K. Packer, 'Ordinances', BYU Speeches, 3 februari 1980.
- Dale G. Renlund en Ruth L. Renlund, The Melchizedek Priesthood: Understanding the Doctrine, Living the Principles, 13.
- Jezus antwoordde: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als iemand niet geboren wordt uit water en Geest, kan hij het Koninkrijk van God niet binnengaan. (Johannes 3:5)
- In de celestiale heerlijkheid zijn drie hemelen of graden; en om de hoogste te verwerven, moet een mens tot deze orde van het priesterschap toetreden (namelijk het nieuw en eeuwigdurend huwelijksverbond); en als hij dat niet doet, kan hij die niet verwerven. Hij kan de andere ingaan, maar dat is dan het einde van zijn koninkrijk; hij kan geen vermeerdering hebben. (Leer en Verbonden 131:1-4)
- Bruce R. McConkie, Mormon Doctrine, ‘Abrahamic Covenant’, 11. Cursivering toegevoegd.
- (Bruce R. McConkie, Mormon Doctrine, ‘Covenants’, 120. Cursivering toegevoegd.)
- Bruce R. McConkie, The Promised Messiah: The First Coming of Christ [1978], 384.
- David A. Bednar, 'Opdat wij zijn Geest altijd bij ons mogen hebben', Liahona, mei 2006, 31.
- Carole M. Stephens, 'Weten wij wat we hebben?', Liahona, november 2013, 12.
"Het doel van deelname aan het avondmaal is natuurlijk de hernieuwing van de verbonden die we met de Heer hebben gesloten." (L. Tom Perry, ‘Nu wij aan het avondmaal deelnemen’, Liahona, mei 2006, 41)
"Door deel te nemen aan het avondmaal hernieuwen we alle verbonden die we met de Heer zijn aangegaan en beloven we onszelf de naam van zijn Zoon op ons te nemen, hem altijd indachtig te zijn en zijn geboden te onderhouden." (Delbert L. Stapley, Conference Report, oktober 1965, 14)
"Als een persoon, die geen lid van de kerk is, in de gemeente is, verbieden we hem er niet van deel te nemen, maar zouden we terecht adviseren dat het avondmaal bedoeld is voor het hernieuwen van verbonden. En aangezien hij niet het ware verbond van de doop of het tempelverbond heeft gesloten, is hij vrijgesteld. Als hij echter aan het avondmaal deelneemt als hij rein, waardig en vroom is, zou hij niet veroordeeld worden zoals het zou zijn voor degenen die plechtige verbonden hebben gesloten en deze vervolgens hebben genegeerd of getrotseerd." (The Teachings of Spencer W. Kimball, red. Edward L. Kimball (1982), 220)
- De doop moet als volgt worden bediend aan allen die zich bekeren — de persoon die door God is geroepen en gezag van Jezus Christus heeft om te dopen, daalt af in het water met de persoon die zichzelf voor de doop heeft aangemeld, en zegt, hem of haar bij de naam noemend: Door Jezus Christus gemachtigd doop ik u in de naam van de Vader, en van de Zoon, en van de Heilige Geest. Amen. Dan zal hij hem of haar in het water onderdompelen, en dan weer uit het water komen. (Leer en Verbonden 20:72-74).
- Allen die zich voor het aangezicht van God verootmoedigen, en verlangen zich te laten dopen, en naar voren treden met een gebroken hart en een verslagen geest, en aan de kerk laten blijken dat zij zich waarlijk van al hun zonden hebben bekeerd, en gewillig zijn de naam van Jezus Christus op zich te nemen, met het vaste voornemen Hem tot het einde te dienen, en waarlijk door hun werken tonen dat zij van de Geest van Christus hebben ontvangen ter vergeving van hun zonden, zullen door de doop in zijn kerk worden ontvangen. (Leer en Verbonden 20:37).
- En niemand neemt die eer voor zichzelf, maar men wordt er door God toe geroepen, zoals Aäron. (Hebreeën 5:4)
- Teachings of the Prophet Joseph Smith, samengest. Joseph Fielding Smith (1976), 308.
- Gr. báptein (Lat. baptizo) betekent onderdompelen.
Het Nederlandse woord doop komt van dezelfde wortel als het bijvoeglijk naamwoord diep, dus letterlijk ‘diep maken, in de diepte doen’. Hieraan verwant is ook het woord 'dippen'. - Jesaja 24:5.
- De doop is een 'bath, burial and birth' (bad, begrafenis en wedergeboorte).
Een bad: 'En nu, waarom aarzelt u? Sta op, laat u dopen en uw zonden afwassen onder aanroeping van de Naam van de Heere' (Handelingen 22:16).
Een begrafenis en opstanding: 'Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood, opdat evenals Christus uit de doden is opgewekt tot de heerlijkheid van de Vader, zo ook wij in een nieuw leven zouden wandelen' (Romeinen 6:4).
Een wedergeboorte: 'Jezus antwoordde en zei tegen hem: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als iemand niet opnieuw geboren wordt, kan hij het Koninkrijk van God niet zien. Nicodemus zei tegen Hem: Hoe kan een mens geboren worden als hij oud is? Hij kan toch niet voor de tweede keer in de buik van zijn moeder ingaan en geboren worden? Jezus antwoordde: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als iemand niet geboren wordt uit water en Geest, kan hij het Koninkrijk van God niet binnengaan' (Johannes 3:3-5).
- 'Ordinances', Boyd K. Packer, BYU Speeches, 3 februari 1980.
- Organiseer u; bereid alle nodige dingen voor; en vestig een huis, ja, een huis van gebed, een huis van vasten, een huis van geloof, een huis van leren, een huis van heerlijkheid, een huis van orde, een huis van God. (Leer en Verbonden 109:8)
- Anthony R. Sweat, The Holy Covenants: The Order of the Son of God, xx.
- Hugh W. Nibley, Encyclopedia of Mormonism, 'Meanings and Functions of Temples', 4: .
- Cursivering toegevoegd.
- In de celestiale heerlijkheid zijn drie hemelen of graden; en om de hoogste te verwerven, moet een mens tot deze orde van het priesterschap toetreden (namelijk het nieuw en eeuwigdurend huwelijksverbond). (Leer en Verbonden 131:1-2).
- Alma 30:44. Cursivering toegevoegd.
- Leer en Verbonden 88:42.
- En God zag al wat Hij gemaakt had, en zie, het was zeer goed. (Genesis 1:31)
- 'Adams val was een stap neerwaarts, maar het was ook een stap voorwaarts - een stap in de eeuwige mars van de menselijke vooruitgang; en het is door middel van dit eeuwige evangelie en onze eigen individuele inspanningen om gebruik te maken van de machten die God ons heeft gegeven, dat we het eeuwige leven aangrijpen en voortgaan naar volmaaktheid.' (Orson F. Whitney, Conference Report, april 1908, 90.)
- 2 Nephi 2:11, 12.
- 'Ik getuig dat evangelieverbonden en -verordeningen die waardig worden ontvangen en indachtig worden gehouden, ons voortdurend aan de Heiland binden en de hemelse kanalen openen waardoor de macht van goddelijkheid in ons leven kan stromen.' [...]
'De verbonden en verordeningen van heil en verhoging die in de herstelde kerk van de Heer worden bediend, vormen geautoriseerde kanalen waardoor de zegeningen en machten van de hemel in ons individuele leven kunnen stromen.' (David A. Bednar, Online devotional voor de Europese heiligen, 23 januari 2022.) - Joseph Smith, History of the Church, deel 5, 499.
- Russell M. Nelson, 'Verbonden', Liahona, november 2011, 86.
- Dennis B. Neuenschwander, 'Ordinances and Covenants', Ensign, augustus 2001, 23.
- Er is een wet vóór de grondlegging van deze wereld onherroepelijk in de hemel afgekondigd, waarop alle zegeningen zijn gegrond —en wanneer wij enige zegening van God ontvangen, is het door gehoorzaamheid aan die wet waarop zij is gegrond. (Leer en Verbonden 130:20-21)
- Wij nu, die van Gods geslacht zijn, moeten niet denken dat de Godheid gelijk is aan goud, zilver of steen, een product van de kunstzinnigheid en gedachten van een mens. (Handelingen 17:29)
- En God zei: Laten Wij mensen maken naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis; en laten zij heersen over de vissen van de zee, over de vogels in de lucht, over het vee, over heel de aarde en over al de kruipende dieren die over de aarde kruipen! (Genesis 1:26)
- Jezus antwoordde hun: Is er niet geschreven in uw wet: Ik heb gezegd: U bent goden? (Johannes 10:34)
- En als wij kinderen zijn, dan zijn wij ook erfgenamen: erfgenamen van God en mede-erfgenamen van Christus; wanneer wij althans met Hem lijden, opdat wij ook met Hem verheerlijkt worden. (Romeinen 8:17)
- Eliza R. Snow Smith, Biography and Family Record of Lorenzo Snow (1884), 46; zie ook ‘The Grand Destiny of Man’, Deseret Evening News, 20 juli 1901, 22.
- 'All the world’s a stage, And all the men and women merely players; They have their exits and their entrances.' (William Shakespeare, As You Like It, akte 2, scene 7, regels 140-141)
- 'Our birth is but a sleep and a forgetting: The soul that rises with us, our life's Star, Hath had elsewhere its setting, And cometh from afar: Not in entire forgetfulness, And not in utter nakedness, But trailing clouds of glory do we come From God, who is our home.' (William Wordsworth, Ode: Intimations of Immortality from Recollections of Early Childhood, regels 58-65)
- Wij hebben dus altijd goede moed en weten dat wij, zolang wij in het lichaam inwonen, uitwonend zijn van de Heere, want wij wandelen door geloof, niet door aanschouwen. (2 Korinthe 5:6)
- Deze allen zijn in het geloof gestorven. Zij hebben de vervulling van de beloften niet verkregen, maar hebben die vanuit de verte gezien en geloofd en begroet, en zij hebben beleden dat zij vreemdelingen en bijwoners op de aarde waren. (Hebreeën 11:13)
- De Gids bij de Schriften, 'Sluier', 186.
- En er stond Een in hun midden die gelijk God was, en Hij zei tot hen die bij Hem waren: Wij zullen naar beneden gaan, want er is ruimte daar, en wij zullen van deze stoffen nemen en wij zullen een aarde maken waarop dezen kunnen wonen; en wij zullen hen hiermee beproeven om te zien of zij alles zullen doen wat de Heer, hun God, hun ook zal gebieden. (Abraham 3:24-25)
- Neal A. Maxwell, “Premortality, a Glorious Reality,” Ensign, november 1985, 15.
- Joseph F. Smith, Gospel Doctrine, 5e ed., Salt Lake City: Deseret Book, 1939, 14.
- Ja, zie, Ik zal in uw gedachten en in uw hart tot u spreken door de Heilige Geest, die op u zal komen en die in uw hart zal wonen. Welnu, zie, dat is de geest van openbaring. (Leer en Verbonden 8:2-3)
- Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Ik zal u van mijn Geest meedelen, die uw verstand zal verlichten, die uw ziel met vreugde zal vervullen. (Leer en Verbonden 11:13)
- Joseph F. Smith, Gospel Doctrine, 5e ed. (1939), 13.
- Alma 32:28.
- Wie zijn geboden onderhoudt, ontvangt waarheid en licht, totdat hij in waarheid is verheerlijkt en alle dingen weet. (Leer en Verbonden 93:28)
- Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith [2007], 288.
- Dennis B. Neuenschwander, 'Ordinances and Covenants', Ensign, augustus 2001, 23-24.
- Dennis B. Neuenschwander, Ordinances and Covenants, Ensign, augustus 2001, 23.
- Joseph Fielding Smith, Doctrines of Salvation, deel 2, 330.
- Bruce R. McConkie, A New Witness for the Articles of Faith, 337.
- Ivan J. Barrett, Encyclopedia of Mormonism, “Church of the Firstborn”, 276.
- Discourses of Brigham Young, 397; en Journal of Discourses, 8:154.
- Bruce R. McConkie, A New Witness for the Articles of Faith, 337.
- Bruce R. McConkie, Conference Report, October 1955, 13.