Oude Testament
In de oudheid gebood de Heer de profeet Mozes om speciale kleding te maken voor zijn broer Aäron en anderen die in de tabernakel als hogepriester en priester zouden officiëren:
“Dan moet u voor uw broer Aäron geheiligde kleding maken om hem waardigheid en aanzien te geven… zodat hij Mij als priester kan dienen. Dit zijn dan de kledingstukken die zij moeten maken: een borsttas, een efod, een bovenkleed, een onderkleed van bewerkte stof, een tulband en een gordel. Zij moeten namelijk voor uw broer Aäron en voor zijn zonen geheiligde kleding maken om Mij als priester te dienen” (Exodus 28:2-4).
“U moet ze uw broer Aäron en zijn zonen met hem aantrekken en hen zalven, wijden en heiligen, zodat zij Mij als priester kunnen dienen. Vervolgens moet u linnen broeken voor hen maken om de schaamdelen te bedekken; ze moeten van de heupen tot op de dijen reiken” (Exodus 28:41-42).
De door de Heer voorgeschreven tempelkleding omvatte kledingstukken die zichtbaar waren en kleding die onder deze buitenste lagen als een soort ondergoed werd gedragen.
Witte kleding
In De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen is wit, zoals veel Bijbelteksten aangeven, een symbool van reinheid, rechtschapenheid, heiligheid, nederigheid en gelijkheid.
Als iemand zich laat dopen zijn zowel de dopeling als de doper altijd gekleed in wit. En als leden naar de tempel gaan kleden zij zich daar om in witte kleding alvorens aan de tempelverordeningen deel te nemen.
Er is geen onderscheid of rang. De oudste apostel en het nieuwste lid zijn niet van elkaar te onderscheiden als ze op dezelfde manier gekleed zijn. Zowel mannen als vrouwen zijn in de tempel in het wit gekleed.
Tempelonderkleed
Volwassen leden van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen die de begiftiging ontvangen, gaan heilige beloften aan, ook wel verbonden genoemd, om de hoogste normen van morele integriteit en toewijding aan God te volgen.
Als onderdeel van het aangaan van deze verbonden in de tempel, ontvangen de leden eenvoudig ondergoed – dat het ’tempelgarment’ of ‘onderkleed van het priesterschap’ wordt genoemd.
In tegenstelling tot andere ceremoniële kleding die tijdens de begiftiging wordt gebruikt, wordt het garment de rest van hun leven onder de normale kleding van de leden gedragen en dient het als een dagelijkse fysieke herinnering aan hun verbondsrelatie met God.
Voor kerkleden die de begiftiging hebben ontvangen, herinnert het kledingstuk hen aan hun band met God, hun toewijding om zijn wil te volgen en de zegeningen en bescherming die God de getrouwen heeft beloofd. Het Eerste Presidium van de kerk heeft verklaard dat de manier waarop het kledingstuk wordt gedragen ‘een uiterlijke uitdrukking is van een innerlijke toewijding om de Heiland te volgen’ (brief van het Eerste Presidium, 10 oktober 1988).
Ceremoniële kleding
Als onderdeel van bepaalde tempelverordeningen dragen volwassen leden ceremoniële kleding die in de basis overeenkomsten tonen met de tempelkleding die in oud- en nieuwtestamentische tijden werd gedragen.
Voor degenen buiten een bepaald geloof kunnen de ceremonies en kleding onbekend lijken. Maar voor de deelnemers kunnen ze de diepste gevoelens van de ziel aanwakkeren, hen motiveren om goed te doen en zelfs de loop van een heel leven van dienen vormgeven.
De habijt van de non. De soutane van de priester. De Joodse gebedssjaal en keppel. Het kalotje van de moslim. De saffraankleurige kleding van de boeddhistische monnik. Ze maken allemaal deel uit van een rijk tapijt van menselijke toewijding aan God.
Niet al dergelijke religieuze kleding wordt in het openbaar getoond. Sommige kleding wordt alleen op speciale plaatsen van aanbidding gezien. Tempelgewaden van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, ook wel bekend als de gewaden van het heilige priesterschap, worden bijvoorbeeld alleen in tempels van heiligen der laatste dagen gedragen en voorbehouden voor de meest heilige ceremonies van hun geloof. Deze ceremoniële tempelgewaden bestaan voor zowel mannen en vrouwen uit een opperkleed, een sjerp (gordel), een voorschoot (schort) en een hoofddeksel (baret voor mannen en sluier voor vrouwen). Ze combineren religieuze symboliek met echo’s uit de oudheid die worden weerspiegeld in wat in het boek Exodus wordt beschreven.